Met sporten gebruik en train je je spieren en van training kun je spierpijn krijgen. Ze kunnen pijnlijk, stram of soepel zijn. Maar wat weet je eigenlijk nog meer van je spieren? Je hebt er meer dan 600 en ze zitten overal in je lichaam, zelfs in de ogen en in de huid.
Samen met de botten en de huid geven de spieren vorm aan je lichaam. Ook zijn ze onmisbaar bij het in stand houden van de samenhang tussen de botten en de bescherming van de ingewanden, bloedvaten en zenuwen. Spieren houden je ook warm. Warmte is namelijk een bijproduct dat ontstaat als de spieren samentrekken.
Er zijn drie soorten spieren:
- de dwarsgestreepte skeletspieren
- de gladde spieren
- en de hartspier.
Op het eerste oog lijkt er weinig verschil tussen deze drie soorten. Op microscopisch niveau zijn er echter wel degelijk verschillen.
De dwarsgestreepte skeletspieren ‘zijn de willekeurige’ spieren. Deze spieren kun je zelf aansturen: je armspieren als je iemand een knuffel geeft, je beenspieren als je je boodschappen lopend doet in plaats van met de auto, je gelaatsspieren die zorgen voor de mimiek in je gezicht, je buikspieren die je inhoudt als je over het strand paradeert. Kortom, de spieren die je gebruikt tijdens je workout in het fitnesscentrum.
Gladde spieren daarentegen zijn onwillekeurig. Je hebt er niets over te zeggen. Je ingewanden en andere organen zijn deels opgebouwd uit onwillekeurige spieren. Ze doen hun werk automatisch.
Hartspier
Als je op microscopisch niveau naar de hartspier kijkt zie je dat het ook een dwarsgestreepte skeletspier is. De hartspier is echter onwillekeurig en wordt daarom als derde spiersoort gezien. Net als de dwarsgestreepte skeletspieren kun je de hartspier trainen, met name conditioneel. Daarmee kun je onder meer de frequentie beïnvloeden waarmee je hart in rust klopt. Normaliter is het aantal hartslagen per minuut in rust tussen de 60 en 80.
Met cardio-training (zoals de meeste ClubJoy-programma’s) train je dus je hart. ‘Cardio’ is het Latijnse woord voor hart. Hoe sterker je hart, hoe minder slagen per minuut het nodig heeft om je bloed door het lichaam te pompen. Als je conditie vooruit gaat is één van de resultaten dat je hartslag in rust lager wordt. Ook met je ademhaling kun je je hartslag beïnvloeden. Dit meer meditatieve aspect vind je terug bij onder meer ClubJoy Yoga. Stress daarentegen beïnvloedt de onwillekeurige functie van je hartspier. Plotselinge stress – zoals een heftige schrikreactie – zorgt voor een acute verhoging van je hartslag. Maar ook chronische stress en aanhoudende zorgen veroorzaken een verhoogde hartslag. Als je daarmee te maken hebt is het wijs de adrenaline (die je hartslag opzweept) uit je lijf te sporten en de consumptie van onder meer alcohol en cafeïne (ook hartslagverhogend) te beperken om onnodige belasting te voorkomen.
Spiervezels
De spieren van de eerste groep, de dwarsgestreepte ‘willekeurige’ skeletspieren, zijn aan de uiteinden door middel van pezen aan debeweegbare botten verbonden. Zij zorgen ervoor dat gewrichten kunnen bewegen. De skeletspier bestaat uit spiervezels. Deze langgerekte cellen kunnen in lengte variëren van enkele millimeters tot bijna 10 centimeter. De spiervezels bepalen hoeveel kracht een spier kan leveren.
Elke spiervezel bevat enkele honderden tot duizenden vezeltjes: myofibrillen. Deze myofibrillen zorgen ervoor dat de spier kan samentrekken. Het zijn dunne draadjes die net zo lang zijn als de spiervezel. De myofibril bestaat uit afwisselend myosine en actine. Deze eiwitten vormen de myofilamenten en de actinefilamenten. Als een spier samentrekt, spiercontractie, schuiven de actinefilamenten tussen de myofilamenten, waardoor de spiervezel en dus de spier korter wordt.
Samenwerken
Bij het samentrekken wordt de spier dus korter en dikker en trekt aan de pees. Bij het korter worden trekt de spier aan de lichaamsdelen waaraan ze bevestigd is. De grote spier achter aan de achterkant van het bovenbeen bijvoorbeeld zit met de bovenkant vast aan het heupbeen en met de onderkant aan het scheenbeen. Wanneer die spier zich korter maakt door te spannen, trekt ze aan het scheenbeen, waardoor de knie zich buigt
Spieren kunnen alleen maar trekken. Ze kunnen niet duwen. Daarom moeten ze met elkaar samenwerken. Als de grote spier in het dijbeen zich ontspant, wordt ze slap. Deze spier kan het been niet weer recht duwen. Daarvoor moet de spier aan de voorkant van de dij zich spannen. Die trekt dan aan de voorkant van het scheenbeen en maakt het been weer recht.
Heel wat spieren in het lichaam werken op deze manier in paren. De ene spier trekt een lichaamsdeel de ene kant op, de andere trekt het weer terug. Op basis van deze samenwerking kun je spieren classificeren. De agonist is de spier die de belangrijkste arbeid verricht voor een beweging. De antogonist is een spier met een tegengestelde werking en een synergist is een spier met een gelijkgerichte werking.
Tip
Tenslotte, een tip. Als je wilt weten hoe je de spieren en de spiersystemen in je lichaam op de meest efficiënte manier kunt trainen, ga dan niet lukraak te werk. Trainen zonder professionele begeleiding heeft dan al snel wat weg van ‘joy riding’. Het kan goed gaan, maar ook niet… Wil je doelgericht aan spierkracht en uithoudingsvermogen werken, vraag dan aan de gecertificeerde instructeurs van ClubJoy om een professioneel advies. Daar zal je op de lange duur echt meer plezier van hebben.